-
dag danielle,
kan je nog eens in gemakkelijke taal uitleggen wat MHC1 en MHC 2. wat is het verschil tussen beiden, hoe moet ik deze het best leren.
alvast dank je wel
claudia
-
5 Antwoorden
-
Dag Claudia,
Mooie vraag en inderdaad een moeilijk stukje theorie binnen de afweer. Graag wil ik proberen uit te leggen hoe dit werkt zodat juf Daniëlle kan kijken of mijn gedachtegang correct is. Op die manier heb jij je antwoord en weten we allebei wat we wel of niet bij een toets kunnen opschrijven :-).
Zelf stel ik onze afweer voor als een soort leger: MCH zijn antigenen die T-cellen (afweercellen) helpen bij het herkennen van vijandelijke troepen. De MCH bindt zich aan de vijandige cellen om zo als het ware een rode vlag neer te zetten zodat de T-helpercellen (extra strijdtroepen) en de cytotoxische T-cellen (andere strijdtroepen) weten dat ze die cellen moeten opruimen. MHC I werkt vooral voor cellen die CD8 op hun membraan hebben en zetten daar hun rode vlag neer zodat de cytotoxische cellen weten dat ze daarheen moeten. De MHC II antigenen kijken vooral naar de CD4 receptoren en plaatsten daar hun rode vlag voor de T-helpercellen.
Zo zie ik het in mijn hoofd een beetje voor me, maar misschien klopt dit niet.
-
Dit klopt niet helemaal, dus even een paar tips:
– MHC is geen antigeen (antigeen is de indringer)
– MHC kan je beter voorstellen als een soort dienblaadje. Vervolgens koppelt de CD4 of CD8 dáár aan vast.
– Cytotoxische T cellen = CD8+ T cellen
– T-helper cellen = CD4+ T cellenIn de lessen Aspecifieke afweer en Specifieke afweer gaat het onder andere ook over MHC 🙂
-
Ah, dank. Ik blijf het lastig vinden, maar het wordt steeds wat duidelijker.
-
-
MHC is een belangrijk molecuul voor het herkennen van lichaamseigen vs lichaamsvreemd. En dat is dan weer ontzettend belangrijk voor ons afweersysteem: Lichaamseigen moeten ze met rust laten, terwijl lichaamsvreemd direct opgeruimd moet worden.
MHC-1:
MHC-1 is het stofje waarmee cellen kunnen laten zien dat ze lichaamseigen zijn. Je kunt MHC-1 vinden op bijna al onze lichaamscellen (=alle cellen met een celkern EN op bloedplaatjes). Je kunt dit MHC-1 zien als een soort dienblaadje waarmee de cel stukjes van zijn eiwitten kan presenteren. Deze stukjes eiwit zijn dus lichaamseigen. Als er een afweercel langskomt zal de cel worden goedgekeurd (en dus met rust gelaten worden).
Als een cel veranderd is in een kankercel, of als een cel is geïnfecteerd met een virus, dan maakt het lichaamsvreemde eiwitten aan. Op dat moment zal MHC-1 dus ook stukjes eiwitten presenteren die NIET geaccepteerd worden door het afweersysteem. De cel zal worden vernietigd door T-killer-cellen (deze zijn CD8+).
MHC-2:
MHC-2 is het stofje waarmee Antigeen Presenterende Cellen (APC, onderdeel van het afweersysteem) hulp kunnen inroepen van de rest van het afweersysteem.
Als een APC een ziekteverwekker heeft opgegeten (bijvoorbeeld een bacterie), dan zal het stukjes van die bacterie kunnen presenteren op dit dienblaadje. Dit dienblaadje kan worden afgelezen door T-helper-cellen (deze zijn CD4+). De T-helper-cel zal vervolgens B-cellen aanzetten tot het aanmaken van antistoffen.
Hopelijk heb je hier wat aan 🙂
-
hartelijk dank juf daniella ! het is erg duidelijk
Log in to reply.
