-
Gaswisseling
Atmosfeer 1 = 760mmHg.
Alle moleculen in de lucht zijn: stikstof, zuurstof, water en koolstofdioxide.
In de ingeademde lucht zit meer stikstof en zuurstof dan in de uitgeademde lucht.
In de uitgeademde lucht zit meer water en koolstofdioxide dan in de ingeademde lucht.
Externe respiratie: De ingeademde zuurstof gaat via je longen in de alveolen die ervoor zorgt dat het er zuurstof en koolstof in het bloed komt door diffusie.
Interne respiratie: Dat is de gaswisseling die in je cellen plaats vindt. De zuurstof bind
zich aan het Hb in je rode bloedcellen. Die kan zich ook weer makkelijk
loskoppelen. Dat is handig want dan kan het makkelijker naar plekken gaan waar
O2 nodig is. Dat kan bijvoorbeeld op plekken zijn waar: zuurstof te laag is, de
zuurgraad te laag is of waar de temperatuur te hoog is.
Log in to reply.