Antistolling

[Danielle]

Hoi Ilse,
Onze bloedstolling bestaat uit een paar verschillende stappen, en onze antistollingsmedicatie kan aangrijpen in die verschillende stappen. Denk hierbij met name aan de primaire hemostase (trombocytenaggregatie oftewel de bloedplaatjes gaan aan elkaar plakken), en secundaire hemostase (de stollingscascade zorgt voor fibrinevorming en zo versterking van het trombus). Bij sommige patiënten is het nodig om meerdere stappen tegelijk te remmen met medicatie.

→ De primaire hemostase rem je met trombocytenaggregatieremmers, zoals clopidogrel en aspirine.
→ De secundaire hemostase rem je met anticoagulantia zoals DOACs en vitamine K antagonisten (acenocoumarol bijv)

Er zijn een heel aantal indicaties waarop je zowel primaire hemostase als secundaire hemostase wil remmen, bijv met DOAC en clopidogrel. Denk bijvoorbeeld aan atriumfibrilleren bij mensen met acuut coronair syndroom en/of stentplaatsing daarvoor (PCI). Hierbij geef je dan de DOAC met name vanwege het atriumfibrilleren en de clopidogrel met name voor trombuspreventie bij de stent. Een ander voorbeeld is bij mensen met atriumfibrilleren met perifeer arterieel vaatlijden. Hierbij geef je weer de DOAC met name vanwege het atriumfibrilleren, en de clopidogrel met name tegen trombusvorming in de perifere vaten.

Je geeft eigenlijk nooit combinaties uit dezelfde groep – met name niet 2x die ingrijpen op de secundaire hemostase. Dus geen VKA met een DOAC (uitzondering is als je aan het switchen bent van de 1 naar de ander).

Zoals je je kan voorstellen neemt het bloedingsrisico toe bij het combineren van antistolling. Vandaar dat er strict wordt gekeken naar de indicatie.

Groetjes, Danielle