Orale diabetes medicatie

[Oude Academie]

Hoi Lindy! Medicatiekeuze is altijd 1) op basis welke aandoening iemand heeft, en daarna 2) welke richtlijnen we hiervoor hebben (op basis van wetenschappelijk onderzoek), en daarna 3) op basis van de wensen, mogelijkheden en situatie van de patient. Dit geldt eigenlijk voor alle aandoeningen waar we medicatie bij voorschrijven, niet alleen bij diabetes.

in diabetes komt dat neer op:

1) Welk type diabetes hebben we het over? Type 1 zal altijd insuline moeten spuiten (of een pompje), terwijl bij Type 2 juist begonnen wordt met orale medicatie. Laten we voor de rest van de uitleg even uitgaan van type 2.

De stap daarna komen de richtlijnen (in dit geval de NHG standaard DM type2): Het eerste keus middel is metformine, als dat niet voldoende werkt dan voegen we gliclazide toe, en als dat niet werkt stappen we over op langwerkende insuline spuiten, of op een ander middels zoals een DPP4 remmer of een GLP1 agonist. (zie voor de werking van deze medicijnen de video Diabetes Medicatie)

Maar de wensen, mogelijkheden en situatie van de patient telt natuurlijk ook altijd mee. Even als voorbeeld het middel metformine: dit kunnen we niet geven bij iemand met ernstig nierfalen (creatinineklaring <30ml/minuut), en ook niet bij leverinsufficientie, alcoholisme etc, en er is bijvoorbeeld niet veel onderzoek gedaan op dit middel en de effecten op groei in kinderen dus bij jonge kinderen (<12 jaar) geven we het ook liever niet als het even kan. Dus zo kan je op die manier ‘wel-beredeneerd’ van de richtlijn afwijken.

Hopelijk heb je hier wat aan 🙂 Groetjes, Danielle

NHG standaard DM2: https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-diabetes-mellitus-type-2

Door Danielle Wolzak, op 12-05-2020 / 09:42

[Oude Academie]

Oké dankjewel! Je kunt dus niet bij voorbaat inschatten welke groep medicatie het beste effect zal hebben, maar houdt een volgorde aan van evidence based practise in het algemeen..

Door Lindy van Vaals, op 13-05-2020 / 12:09