Forum Replies Created
-
Het buikvlies kan scheuren of beschadigd raken door trauma, operaties of perforaties van organen zoals de maag of darmen. Dit leidt vaak tot ernstige gevolgen zoals peritonitis (een buikvliesontsteking) door infectie, lekkage van organeninhoud in de buikholte en hevige buikpijn. Het kan zelfs sepsis veroorzaken, wat levensbedreigend is.
Herstel is mogelijk via chirurgie om de oorzaak te behandelen, het buikvlies te repareren en de buikholte te reinigen. Antibiotica en intensieve zorg zijn vaak nodig.
Stel, iemand heeft een gaatje in de maag door een maagzweer die niet is behandeld. Hierdoor lekken maagzuur en voedsel in de buikholte, wat een flinke ontsteking van het buikvlies veroorzaakt. Dit heet peritonitis en zorgt voor veel buikpijn en een harde buik.
Als er niet snel iets aan gedaan wordt, kan de ontsteking zich verspreiden en het hele lichaam ziek maken (sepsis). In zo’n geval moet er met spoed geopereerd worden om het gaatje dicht te maken, de buik schoon te spoelen en de infectie te bestrijden met medicijnen.
-
Hoi Britt,
Goed drinken tijdens een antibioticakuur is belangrijk omdat je lichaam extra vocht nodig heeft. Stel, je krijgt diarree door de antibiotica. Dan verlies je veel vocht, en door genoeg water te drinken voorkom je uitdroging.
Ook je nieren hebben water nodig om de afvalstoffen van het medicijn uit je lichaam te spoelen. Als je bijvoorbeeld niet genoeg drinkt, kunnen je nieren moeite krijgen met hun werk, wat je herstel vertraagt. Daarnaast kan water helpen om misselijkheid te verminderen.
Kortom, water drinken ondersteunt je lichaam om beter met de medicijnen en de infectie om te gaan.
-
Hoi Renske,
In je bloed zit een stofje dat hemoglobine heet. Dit zit in je rode bloedcellen en zorgt ervoor dat zuurstof door je lichaam wordt vervoerd. Als je bloedsuiker hoog is, plakt er een beetje suiker aan dat hemoglobine. Dat noemen we HbA1c. De HbA1c-meting kijkt hoeveel suiker er aan het hemoglobine is geplakt. Dit geeft een gemiddelde van je bloedsuiker over de afgelopen 2-3 maanden, omdat rode bloedcellen ongeveer 3 maanden leven.
Bij diabetes wordt deze test gedaan om te zien of je bloedsuiker goed is geregeld. Als je bloedsuiker vaak te hoog is, zal je HbA1c ook hoog zijn. Als je bloedsuiker goed is, blijft je HbA1c laag
-
Bij hartfalen ontstaat oedeem door een combinatie van een slecht pompend hart (vocht hoopt zich op) en nieren die denken dat er te weinig vocht is (ze houden extra water en zout vast). Het hart veroorzaakt het probleem, en de nieren maken het erger.
Stel je voor: Jan heeft hartfalen. Zijn hart pompt niet krachtig genoeg, waardoor bloed in zijn benen blijft staan. Hierdoor ontstaan dikke enkels (oedeem). Tegelijk krijgen zijn nieren minder bloed en denken ze dat hij uitgedroogd is. De nieren houden daarom extra vocht vast, wat het probleem verergert. Jan krijgt daardoor steeds meer vochtophoping, wat zijn klachten erger maakt. -
Autisme werd vroeger in types verdeeld, zoals klassiek autisme, Asperger, en PDD-NOS. Nu vallen al deze vormen onder de brede term autismespectrumstoornis (ASS), omdat autisme een spectrum is met uiteenlopende kenmerken.
Belangrijkste verschillen van vroeger:
• Klassiek autisme: Problemen met communicatie, vaak al zichtbaar op jonge leeftijd. Soms verstandelijke beperking.
• Asperger: Gemiddelde of hoge intelligentie, normale taalontwikkeling, maar moeite met sociale interactie en sterke interesses.
• PDD-NOS: Mildere vorm met wat kenmerken van autisme, maar niet passend in de andere types.
Overeenkomsten:
• Moeite met sociale interactie.
• Behoefte aan structuur.
• Gevoeligheid.
Ik geef je wat voorbeelden, dan kun je het makkelijker onthouden.
Stel je drie kinderen voor met autisme:
1. Lars (klassiek autisme): Lars praat weinig en begrijpt niet goed wat andere mensen bedoelen. Hij houdt ervan om steeds dezelfde dingen te doen, zoals urenlang met dezelfde trein spelen. Hij raakt overstuur als iets onverwachts gebeurt.
2. Emma (Asperger): Emma is erg slim en praat veel over haar favoriete onderwerp: sterrenkunde. Ze weet er alles van, maar ze heeft moeite met grapjes of het begrijpen van hoe anderen zich voelen. Als iemand boos is, merkt ze dat niet.
3. Tim (PDD-NOS): Tim heeft wat moeite met veranderingen in de klas en vindt het lastig om met andere kinderen te spelen. Hij heeft niet echt opvallende interesses, maar kan boos worden als hij niet weet wat er gaat gebeuren.
-
Hoi Krisja,
De rhesusfactor is een stofje in je bloed.
• Als je het hebt, ben je rhesus-positief (Rh+).
• Als je het niet hebt, ben je rhesus-negatief (Rh−).
Bij een rhesus-negatieve moeder en een rhesus-positieve baby kan het lichaam van de moeder het bloed van de baby aanvallen. Dit kan problemen geven bij een volgende zwangerschap.
Oplossing: De moeder krijgt een rhesusprik. Die voorkomt dat haar lichaam antistoffen maakt en houdt moeder en baby veilig.
Simpel voorbeeld:
Stel, een moeder is rhesus-negatief (Rh−) en haar baby is rhesus-positief (Rh+).
Bij de bevalling komt een beetje bloed van de baby in het lichaam van de moeder. Omdat de moeder rhesus-negatief is, ziet haar lichaam het bloed van de baby als “vreemd” en maakt antistoffen aan.
Nu is er geen probleem meer voor deze baby, want die is al geboren. Maar als de moeder een tweede baby krijgt die ook rhesus-positief is, kunnen die antistoffen de rode bloedcellen van de baby aanvallen en die baby ziek maken.
Daarom krijgt de moeder een prik (anti-D), zodat haar lichaam geen antistoffen aanmaakt en de baby gezond blijft.
Hoop nu duidelijk is!
-
Hallo William,
Het idee dat lucht nodig is voor bloedstolling komt waarschijnlijk doordat we vaak zien dat bloed dat uit het lichaam komt (bij een snee of wond) stolt. Maar dat komt niet door de lucht, maar omdat het stollingssysteem geactiveerd wordt zodra het bloed in contact komt met beschadigd weefsel of vreemde oppervlakken.
Kort samengevat, het is een fabeltje dat bloed lucht of zuurstof nodig heeft om te stollen. Bloedstolling wordt veroorzaakt door interne signalen, zoals beschadiging van een bloedvat of contact met weefsel, niet door blootstelling aan lucht. Dit verklaart waarom bloed ook binnen de bloedvaten kan stollen, zoals bij trombose. Lucht speelt dus geen rol in het stollingsproces.
-
Hoi Jacqueline,
Bij leukemie maak je te veel zieke witte bloedcellen aan, waardoor er een ophoping ontstaat in het bloed. Dit gebeurt alleen bij de witte bloedcellen, niet bij de rode bloedcellen of de bloedplaatjes.
Het beenmerg, waar al je bloedcellen worden gemaakt, raakt zo vol met die zieke witte bloedcellen dat er geen ruimte meer is om genoeg gezonde rode bloedcellen en bloedplaatjes te maken. Daarom hebben mensen met leukemie vaak bloedarmoede (te weinig rode bloedcellen) en te weinig bloedplaatjes.
Een overschot aan rode bloedcellen of bloedplaatjes komt niet door leukemie, maar door andere ziektes. Leukemie is dus echt een probleem van de witte bloedcellen.
-
Hallo Jacqueline,
Botten hebben op zichzelf niet veel bloed, maar in sommige delen van het skelet, zoals het bekken en de wervels, zit beenmerg. Dat beenmerg heeft wel kleine bloedvaatjes.
Tumorcellen reizen vaak door het bloed en komen zo op plekken waar bloed stroomt. Daarom kunnen tumoren zich in het beenmerg vastzetten en daar uitzaaien, ook al lijken botten minder doorbloed dan andere organen.
-
Tülin
Member2024-09-07 om 14:20:09 antwoord op: Verschil paternalistisch en gezamenlijk besluitvorming in palliatieve faseDank je wel Danielle!
-
Tülin
Member2024-09-06 om 13:49:52 antwoord op: Verschil paternalistisch en gezamenlijk besluitvorming in palliatieve faseIk heb het vaak gelezen, maar nog steeds niet helder.
- This reply was modified 3 months, 2 weeks ago by Tülin.
-
Hallo Paul,
Een melanoom ontstaat wanneer huidcellen, (melanocyten) beschadigd raken door bijvoorbeeld UV-straling van de zon of zonnebank. Deze beschadigde cellen beginnen ongecontroleerd te groeien en vormen een tumor die kan uitzaaien naar andere delen van het lichaam.
-
Hoi Jacqueline,
Dank je voor je uitleg. Deze vraag was een oefentoets van school, daarom wilde ik zeker weten of mijn antwoorden correct waren. Ik heb inmiddels de uitslag ontvangen en mijn antwoorden waren goed. Bedankt voor je hulp!
Groetjes,
Tulin
-
<div>Hoi Anita,</div>
Mensen kunnen een soort jeuk krijgen als ze in contact komen met een dier dat scabiës heeft, maar het is meestal niet dezelfde soort jeuk die andere mensen kunnen krijgen. De mijt van een dier kan even op je huid kruipen en jeuk veroorzaken, maar het blijft niet lang zitten of maakt je niet echt ziek. Als je huid jeukt nadat je een huisdier hebt aangeraakt, kun je het beste even langs de dokter gaan.
Groet,
Tulin
-
Hoi Tara,
PLASMA: Stel je voor dat je een flesje met bloed neemt en alle bloedcellen eruit haalt, maar het bloed laat niet stollen (hard worden). Wat je overhoudt, noem je plasma. Het is een vloeistof die nog steeds stoffen bevat die helpen bij het stollen van het bloed
SERUM: Dit is wat je overhoudt als je het bloed wel laat stollen en dan de stolling en de bloedcellen weghaalt. Serum lijkt op plasma, maar het heeft niet de stoffen die helpen bij het stollen.
Groet,
Tulin
-
Hoi Stijn,
Nog laatse informatie: De cijfers in de namen van bepaalde insulines, zoals Humulin 30/70 of NovoMix 30, geven de verhouding aan van hoeveel snelwerkende of kortwerkende insuline er is gemengd met middellangwerkende insuline. Bijvoorbeeld, Humulin 30/70 bevat 30% snelwerkende of kortwerkende insuline en 70% middellangwerkende insuline.
De keuze voor een bepaald type insuline en de dosering wordt individueel bepaald door de behandelend arts, afhankelijk van de behoeften van de patiënt, hun dagelijkse schema, eetpatroon, bloedsuikerspiegel en reactie op de insuline.
Ik hoop dat ik geholpen heb.
Groet,
Tulin
-
Snelwerkende insuline (ook bekend als maaltijdinsuline of bolusinsuline): Dit type werkt snel en is bedoeld om de bloedsuikerpieken na de maaltijd te beheren. Het begint binnen 15 tot 30 minuten te werken, heeft een piek na ongeveer 1 tot 3 uur, en werkt 3 tot 5 uur lang. Deze insuline neem je vlak voor of na een maaltijd.
Kortwerkende insuline: Dit type begint te werken binnen 30 minuten tot een uur, heeft een piek na 2 tot 4 uur, en kan tot 6 tot 8 uur duren. Het wordt vaak genomen voor de maaltijden.
Middellang werkende insuline (ook bekend als NPH of isofane insuline): Dit type heeft meestal 1 tot 2 uur nodig om te beginnen werken, heeft een piek in werking 4 tot 12 uur na injectie, en werkt tot 18 uur lang. Het wordt vaak gebruikt in combinatie met snelwerkende of kortwerkende insuline.
Langwerkende insuline: Dit type heeft meestal een paar uur nodig om te werken en heeft geen duidelijke piek. Het kan 20 tot 24 uur of zelfs langer duren. Deze insuline wordt meestal één keer per dag toegediend om de bloedsuiker stabiel te houden, ongeacht de maaltijden.
-
1) Metformine wordt meestal ingenomen rond de maaltijd om de bloedsuikerpieken na het eten te verminderen en om maagklachten te minimaliseren. Je kunt metformine meestal met het ontbijt of avondeten innemen. Hoe je het precies moet doen hangt af van wat je arts aanraadt.
2) Diarree is een veelvoorkomende bijwerking van metformine. Dit kan veroorzaakt worden door de invloed van metformine op de darmen en de manier waarop het de opname van glucose beïnvloedt. Artsen adviseren soms om met een lage dosis te beginnen en deze geleidelijk op te voeren om het lichaam aan het medicijn te laten wennen. Ook zijn er metforminevarianten met verlengde afgifte die de maag-darmklachten kunnen verminderen
3) Lactaatacidose is een zeldzame, maar ernstige bijwerking van metformine, gekenmerkt door de ophoping van lactaat in het lichaam, wat kan leiden tot een gevaarlijke verzuring van het bloed. Het kan zich uiten in symptomen zoals spierpijn, ademhalingsmoeilijkheden, vermoeidheid en een verlaagd bewustzijn. Lactaatacidose vereist onmiddellijke medische aandacht. Het is anders dan een metabole acidose, wat een bredere term is voor elke aandoening waarbij er te veel zuur in het lichaam is.
Ik hoop dat ik geholpen heb.Groet,
Tulin
-
Hoi Tamara,
De nieren produceren verschillende hormonen, waaronder erytropoëtine (belangrijk voor de aanmaak van rode bloedcellen) en renine (betrokken bij de regulatie van de bloeddruk). Maar als het gaat om de primaire functie, staat urineproductie bovenaan. Hormoonproductie is een secundaire, maar nog steeds essentiële functie van de nieren.
-
Bij het toedienen van glucagon aan een mager persoon is het belangrijk om voorzichtig te zijn. Kies een plek met wat vet, zoals de buik, bovenarm, of dij, en spuit het medicijn onder de huid, niet te diep. Bij magere mensen moet je extra opletten om niet te diep te prikken. Het is cruciaal om snel te handelen in geval van ernstige hypoglykemie, maar zorg altijd dat je de injectie op de juiste manier en plek toedient.
-
Glucagon wordt gebruikt als iemand met diabetes een erg lage bloedsuiker heeft en niet meer zelf kan eten of drinken. Je kunt het geven met een spuit, en het kan zowel in het spierweefsel (intramusculair) als onder de huid (subcutaan) worden gespoten. Waar je prikt, maakt niet superveel uit; belangrijker is dat je het snel doet. Vaak wordt de bovenarm, dij, of buik gebruikt. Er is ook een neusspray-versie van glucagon, die werkt weer net iets anders. Het is altijd goed om te weten hoe je dit moet doen, vooral als je voor iemand met diabetes zorgt.
-
Factor Xa-remmers: Vaak de eerste keuze bij trombose of longembolie, en geschikt als je minder risico op maagbloedingen hebt.
Factor IIa-remmers: Worden eerder gekozen bij beroertepreventie en bij een goede nierfunctie.
De keuze hangt af van jouw aandoening, nierfunctie, risico’s en voorkeuren.
-
Wat handig!
Zo kan ik beter beter onthouden 😀