Onderwerptoets Moleculen Cellen en Weefsels

Van welk soort transport is de natrium-kaliumpomp een voorbeeld?

Onder welk type epitheel valt het trilhaarepitheel?

Bij de ziekte van Duchenne sterven de spieren langzaam af. Wat komt er voor dit spierweefsel in de plaats?

Het golgi-apparaat verschilt in grootte per celtype. Welk soort cellen zal een groot Golgi-apparaat hebben?

Waardoor wordt de samenstelling van de intracellulaire vloeistof geregeld?

Welk type cel behoort NIET tot de gliacellen?

Wat is de functie van ribosomen?

In de anatomie worden veel termen gebruikt om plaatsen aan te geven ten opzichte van andere organen. Waar bevindt de elleboog zich ten opzichte van de schouder?

Wat is een voorbeeld van een stof dat via receptor-gemedieerd transport de cel in gaat?

Het zenuwweefsel bestaat uit twee typen cellen. Een hiervan is het neurale weefsel, dat signalen doorgeeft, de tweede groep bestaat uit ondersteunende cellen. Hoe worden deze cellen ook wel genoemd?

Stelling 1= Elke cel in het lichaam bevat een celkern; Stelling 2= Sommige cellen bevatten meerdere celkernen (terwijl ze NIET aan het delen zijn)

Een elektron is:

Welke stof/groep stoffen behoort NIET tot de koolhydraten?

Wat gebeurt er bij veroudering met het epitheel?

Welke locatie is NIET typisch voor plaveiselepitheel?

Zometeen volgen twee stellingen, geef aan welke juist is/zijn. 1. Eiwitten vallen uit elkaar bij een te hoge temperatuur 2. Aminozuren bevatten een aminogroep en een carbonzuurgroep.

Op welke plekken in het lichaam vindt mitose plaats?

Door welke cellen worden de vezels en de matrix gemaakt in bindweefsels?

Op een plaatje van een aantal cellen wordt een afwijkende celkern gezien, hierbij bevindt zich één grote donkere streep midden in de celkern. In welke fase van de mitose bevindt deze cel zich waarschijnlijk?

Wanneer vindt de daadwerkelijke celdeling plaats?