Celdeling en DNA
-
Celcyclus2 Onderdelen|1 Toets
-
Mitose2 Onderdelen|1 Toets
-
Meiose2 Onderdelen|1 Toets
-
DNA: Transcriptie en Translatie2 Onderdelen|1 Toets
-
DNA Replicatie2 Onderdelen|1 Toets
-
Celdeling en Erfelijkheid2 Onderdelen|1 Toets
-
Overerving
-
Kanker: van Cel naar Ziekte3 Onderdelen|1 Toets
-
Metastasen2 Onderdelen|1 Toets
Toets DNA Transcriptie en Translatie
Toets samenvatting
0 of 30 Vragen completed
Vragen:
Informatie
Je hebt de toets al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
Toets is aan het laden…
Je moet inloggen of inschrijven om de toets te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
Resultaten
Resultaten
0 of 30 Vragen answered correctly
De tijd is verstreken
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0)
Gemiddelde score |
|
Uw score |
|
Categorieën
- Vraag Genetica 0%
- Vraag Moleculen Cellen en Weefsels 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- 22
- 23
- 24
- 25
- 26
- 27
- 28
- 29
- 30
- Huidig
- Kijk na/Sla over
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Vraag 1 of 30
1. Vraag
Wat is géén onderdeel van de structuur van een nucleïnezuur?
GoedFout -
Vraag 2 of 30
2. Vraag
Welke stikstofhoudende base komt NIET in DNA voor?
GoedFout -
Vraag 3 of 30
3. Vraag
Welke stikstofhoudende base komt NIET in RNA voor?
GoedFout -
Vraag 4 of 30
4. Vraag
Zometeen volgen twee stellingen, geef aan welke juist is/zijn. 1. DNA codeert voor de structuur van eiwitmoleculen 2. Een DNA-molecuul bestaat uit één nucleotideketen die om zijn as is gedraaid.
GoedFout -
Vraag 5 of 30
5. Vraag
Wat is de juiste volgorde van organellen voor de productie van een eiwit (voor gebruik buiten de cel)?
GoedFout -
Vraag 6 of 30
6. Vraag
Welk organel bestaat níet uit membranen?
GoedFout -
Vraag 7 of 30
7. Vraag
Hoeveel chromosomen heeft een menselijke huidcel? En een cel van de baarmoederwand?
GoedFout -
Vraag 8 of 30
8. Vraag
Welke cellen in het lichaam hebben géén celkern en dus GEEN chromosomen?
GoedFout -
Vraag 9 of 30
9. Vraag
Hoe worden alle genen van een persoon bij elkaar genoemd?
GoedFout -
Vraag 10 of 30
10. Vraag
Waaruit is DNA opgebouwd?
GoedFout -
Vraag 11 of 30
11. Vraag
DNA bestaat uit twee strengen. De ene streng leest ATTGC, wat zal er dan in de tegenovergestelde streng staan?
GoedFout -
Vraag 12 of 30
12. Vraag
RNA wordt afgelezen vanaf DNA. Stel het coderende deel van het DNA bestaat uit TCCGAAT, wat zal de RNA streng dan zijn?
GoedFout -
Vraag 13 of 30
13. Vraag
Hoe wordt het proces van het maken van RNA vanaf DNA genoemd?
GoedFout -
Vraag 14 of 30
14. Vraag
Hoe wordt het proces van het aflezen van RNA tot eiwitten genoemd?
GoedFout -
Vraag 15 of 30
15. Vraag
Door welke eenheid wordt de translatie uitgevoerd? Waar vindt dit plaats?
GoedFout -
Vraag 16 of 30
16. Vraag
Hoeveel nucleotiden zijn er nodig voor het coderen van één aminozuur?
GoedFout -
Vraag 17 of 30
17. Vraag
Welke invloed kan leiden tot een mutatie in het DNA?
GoedFout -
Vraag 18 of 30
18. Vraag
Een codon van drie letters codeert voor een aminozuur. Dit zijn 64 verschillende codons. Hoeveel aminozuren zijn er ongeveer?
GoedFout -
Vraag 19 of 30
19. Vraag
Een mutatie in het DNA kan leiden tot een verandering van één basepaar, waardoor bijvoorbeeld GGA een GGT wordt. Wat is het gevolg hiervan?
GoedFout -
Vraag 20 of 30
20. Vraag
Een mutatie in welk deel van het gen zal tot de meeste problemen leiden?
GoedFout -
Vraag 21 of 30
21. Vraag
Welke cellen in het lichaam bevatten het gen voor hemoglobine?
GoedFout -
Vraag 22 of 30
22. Vraag
Een stuk mRNA bestaat uit 69 basen. Uit hoeveel aminozuren bestaat het bijpassende eiwit?
GoedFout -
Vraag 23 of 30
23. Vraag
Zometeen volgen twee stellingen, geef aan welke juist is/zijn. 1. Een stuk DNA kan voor verschillende mRNA moleculen coderen. 2. Een stuk mRNA kan voor verschillende eiwitten coderen.
GoedFout -
Vraag 24 of 30
24. Vraag
Zometeen volgen twee stellingen, geef aan welke juist is/zijn. 1. Alle genen coderen voor eiwitten. 2. Elk gen eindigt met een stopcodon.
GoedFout -
Vraag 25 of 30
25. Vraag
Het telomeer is het uiteinde van een DNA streng. Welke uitspraak over telomeren is waar?
GoedFout -
Vraag 26 of 30
26. Vraag
Welke nucleotidebase kom je NIET tegen in een RNA streng?
GoedFout -
Vraag 27 of 30
27. Vraag
Uit hoeveel strengen bestaat DNA? En RNA?
GoedFout -
Vraag 28 of 30
28. Vraag
Wat kun je zeggen over de locatie van RNA in de cel?
GoedFout -
Vraag 29 of 30
29. Vraag
Wat gebeurt er als er een mutatie is in het startcodon van het RNA, waardoor deze NIET goed afgelezen kan worden?
GoedFout -
Vraag 30 of 30
30. Vraag
Een gezonde cel kan door mutaties in een aantal stappen ontaarden in een maligniteit (kwaadaardige tumor). Welke volgorde is juist?
GoedFout